Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [52]het zal de vrucht uwer beesten, en de vrucht uws lands opeten, totdat gij verdelgd zult zijn; [53]hetwelk u geen koren, most noch olie, voortzetting uwer koeien noch kudden van uw klein vee zal overig laten, totdat [54]Hij u verdoe. 52. Te weten, het volk, waarvan in het voorgaande gesproken is. 53. Volk. 54. Namelijk de Heere.